"Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2016"
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 oktober 2015;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
vast te stellen de "Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2016"
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
- b.
- c.
- d.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
- 1.
- 2.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
- 1.
- 2.
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in het belastingjaar naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
- 3.
De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
- 1.
- 2.
Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt per belastingjaar bij een hoeveelheid afvalwater van:
- a.
- b.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
- 2.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2 Indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de bankrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, geldt in afwijking van het eerste lid dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen een maand later.
3 In afwijking van het tweede lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolrechten of andere heffingen minder is dan € 100,00 of meer dan
€ 2.500,00 de betaalwijze zoals in het eerste lid is geregeld van kracht is.
4 Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
1De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
1 De "Verordening rioolrechten 2015" van 6 november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
4 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening rioolheffing 2016".
Aldus vastgesteld in de openbare